rvbb20181012_3868_one.jpg

Ervaringen delen

Oudere posts zoals die op http://varenopdeveronica.blogspot.com/ stonden

Zonder al te veel problemen achteruit varen

Disclaimer

Dit blog gaat over schepen en hun massa, achteruit varen, manoeuvreren … Stof voor beginners, misschien. Als je dat allemaal al weet is dit niet voor jou maar als dat alles toch nog niet helemaal in je systeem zit dan is het misschien leuk om nog wat verder te lezen.


Achteruit

Met een auto is achteruit rijden al niet simpel. Je draait aan je stuurwiel en de auto gaat precies de andere kant op als dat je gewend bent. Hó. Stoppen. Even vooruit, opnieuw proberen. Voorzichtig. En kijk ik nu in mijn spiegels of door de achterruit - als dat tenminste kan - ?

Zodra je dat op een schip gaat proberen werkt het nóg anders. Dat ding heeft een volledig eigen wil en gaat overal naartoe, behalve daar waar jij graag naartoe gaat. Há, en áls ‘ie dan een keer de goede kant op gaat gebeurt er iets onduidelijks waardoor ‘ie alsnog iets anders gaat doen.

Toch is achteruit varen helemaal niet zo moeilijk, als je tenminste weet waar je op moet letten… Ja, zo weet ik er nog een paar. Als je het kunt is alles makkelijk. Ja, maar lees nog even mee, het is echt niet zo heel lastig, het is meer een handigheid, een weetje.


Massa en beweging

Elk schip heeft massa, ook een roeiboot. Massa is een natuurkundige grootheid en heeft voor ons één belangrijke eigenschap: traagheid als verzet tegen versnelling door een kracht (trage massa).

Boeien! Wat moet je daar nou mee? Voor ons als schipper wil dat eigenlijk zeggen dat een boot of schip, eenmaal in beweging gebracht, door blijft gaan met die beweging. Ik noem het verder een schip, dat ben ik zo gewend, maar met ‘boot’ is ook niks mis als je dat liever hebt. Probeer het maar eens: duw je schip af zonder ‘m tegen te houden en je staat er verbaasd over hoelang het die beweging weet vol te houden. Ze blijft gaan. Er spelen daarbij overigens meer natuurwetten een rol en daar wil ik even van afblijven, die massa en die traagheid zijn nu even het belangrijkste.

Je merkt het tijdens het varen zelf ook. Als je een beetje snelheid (gang) hebt en je haalt de voortstuwingskracht weg (je zeilen of de schroef) dan blijft het schip lang door bewegen. Het is een van de redenen waarom het zolang duurt voordat een schip echt volledig stilligt voor een brug of zo.

Ik ga het hier verder over motorschepen hebben. Ook zeilschepen manoeuvreren immers meestal op de motor én ik ben zelf gewend aan motorschepen, ik ben geen zeiler. Ik geef als voorbeeld ons eigen schip met één ‘normale’ schroef ter hoogte van het achterschip die verbonden is met de hoofdmotor. Het schip heeft ook een boegschroef die ik apart benoem als ik die wel of niet gebruik. Het gaat dus niet over dubbelschroevers of schepen met boeg- en hekschroef, schottels etc. etc.



Gebruik de massa

De kunst van het manoeuvreren is nu om van die scheepsmassa gebruik te maken. Wil ik bijvoorbeeld met mijn schip keren (rond gaan noemen wij dat) dan is het voldoende om de massa van het schip een andere richting uit te duwen. Zodra het die richting uit gaat hoef ik verder niks meer te doen, dat doet de massa voor me. Eén klein duwtje in de juiste richting en het schip gaat bewegen. Nog meer duwen is niet nodig, de massa beweegt immers al.



keren (rond gaan)

Hoe werkt dat rond gaan in de praktijk? Ik haal rustig de snelheid uit mijn schip en zet dan de schroef uit zijn werk. Bij een auto zou je ‘m in neutraal zetten. Het schip drijft nu zonder voortstuwing. Ik zorg dat ik min of meer rechtuit vaar en gebruik zeker met geladen schip meestal géén boegschroef, dat is nergens voor nodig en werkt eerder averechts omdat je schip dan aan de voorkant ineens anders gaat bewegen.

Nu zet ik het roer in de richting waarin ik met het schip wilt gaan draaien, maar ik gebruik de schroef nog niet. Het schip zal misschien al een beetje gaan draaien doordat er water langs het roer loopt (simpel gezegd). Als het schip nu al serieus aan het draaien gaat zonder dat ik de schroef gebruik dan heb ik niet genoeg afgestopt, ik ga nog te hard (je hebt nog teveel gang zeggen wij dan). Maar als ik nog te hard ga moet ik niet ineens afremmen, daarvoor is het nu te laat, als je dat nu doet gaat je schip alle kanten uit. Volgende keer beter. Eenmaal begonnen moet je het afmaken, tenzij je echt schade dreigt te varen maar in dat geval ging je véél te hard. Bij manoeuvreren is het trouwens altijd beter rustig aan te doen, zo min mogelijk kracht gebruiken. Daar komen we nog op terug.

Wanneer mijn roer goed staat zet ik de schroef vooruit in zijn werk. Niet meer dan dat, enkel ‘vooruit’. de schroef gaat nu draaien zonder dat ik extra ‘gas’ geef met de gashendel (regulateur). Ik laat het roer staan zoals het stond. Nu zal het schip gaan draaien. Zodra het schip draait haal ik de schroef weer uit zijn werk, ik zet het geheel in ‘neutraal’. Nog steeds laat ik het roer staan zoals het stond. En ziedaar, het schip draait zonder dat ik nog iets hoef te doen. Geen schroef, geen boegschroef, de massa is in beweging en blijft in beweging.

Als mijn draaicirkel te groot is dan draait het schip niet snel genoeg. Ik zet de schroef dan weer even vooruit in zijn werk en kijk wat er gebeurt. Misschien speel ik wat met roerstand en kracht op de schroef, maar ik doe vooral rustig aan. Je wilt enkel de massa wat bijsturen tot de draaicirkel wel goed is.

Zodra alles gaat zoals ik wil zet ik de schroef weer uit zijn werk. Laat de massa het werk doen, niet de motor/schroef.

Wanneer ik bijna rond ben dan zet ik het roer weer terug in het midden of een klein beetje de andere kant op. Als ik dat heb gedaan dan zet ik de schroef weer in zijn werk. Door die roerstand houd het draaien nu op. Ik zorg er met het roer voor dat ik rechtuit ga varen maar gebruik vooral nog niet veel motorkracht. Zodra ik echt op koers lig ga ik het motorvermogen opvoeren en voorwaartse snelheid maken, de gang opvoeren. Ik kijk steeds wat er gebeurt en pas me daarbij aan, in dit geval door misschien nog wat bij te sturen en meer of minder motorvermogen te gebruiken. Ook nu heb ik de boegschroef niet nodig.

Ik ben nu gekeerd (rond gegaan) met minimale kracht, ik heb de massa van het schip het werk laten doen.

Dit principe werkt met alle soorten boten en schepen, ze hebben immers allemaal massa. Met een groot schip heb je meer massa dan in bijvoorbeeld een roeiboot maar daardoor wordt het niet makkelijker, als het niet helemaal goed gaat moet er immers ook veel meer massa worden gecorrigeerd.


Schroefwerking

En die beruchte schroefwerking dan, dat ‘wieleffect’? (Als je niet weet wat dat is kun je dat op het Internet wel vinden)

Daar heb ik op deze manier niets mee te maken, ik gebruik de schroef immers niet of nauwelijks. Pas als er zo weinig ruimte is dat ik niet in één keer rond kan gaan zal ik even achteruit moeten met het schip door de schroef in ‘achteruit’ te zetten (achteruit te slaan). En dan zal het schroefeffect inderdaad heel even een rol spelen. Maar je gaat enkel even achteruit om meer ruimte te maken en als je dat voorzichtig doet dan blijft de massa van je schip nog steeds ‘keren’, je gaat nog steeds rond. Het is een kwestie van gevoel, een beetje achteruit, maar vooral niet teveel, zorg dat het schip blijft keren, houdt die massa in beweging zoals jij dat wilt. Alweer een goede reden om alles rustig aan te doen, met zo min mogelijk kracht. Wanneer ik echt weinig ruimte heb zou ik ook de boegschroef kunnen gebruiken, maar dan enkel om die massa een extra beetje richting te geven en de kop van de andere oever (of wat daar verder ligt) weg te duwen. Ik zorg er vooral voor dat die massa blijft rond gaan.

Wij kiezen onze plek om rond te gaan niet op basis van de schroefwerking, zoals in alle kvb cursussen wordt geleerd en zelf op het examen wordt gevraagd. Voor ons is het veel belangrijker dat de ‘edele delen’ van het schip altijd vrij blijven van de kant. Ook de windrichting is vaak niet onbelangrijk. En als het echt krap wordt zet ik liever mijn kop in de wal dan de kont, daar moet ik immers weer mee weg zien te komen. Ten slotte staan wij achterop het schip te sturen en ik wil het graag zien als ik ergens vlak langs moet varen tijdens het keren, dat vind ik allemaal veel belangrijker dan die schroefwerking.


Verlijeren

Ja, alles goed en wel, maar als er een beetje wind staat of zo, wat doe je dan? Dan wordt het schip immers opzij weggezet, het verlijert.

Ook daar kan ik rekening mee houden, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat ik niet in de verkeerde richting wordt weggezet waardoor mijn draaicirkel groter zou worden. Dus draai ik dan tegen de wind in en niet met de wind mee. Met andere woorden, ik zorg ervoor dat ik zó draai dat de wind het schip halverwege de draai naar het vaarwater duwt en niet naar de kant.

Als je verlijert terwijl het niet waait dan vaar je te hard en vlieg je als het ware uit de bocht.

Rond gaan op stroom is niet ingewikkelder, hoewel je daar per definitie stroomafwaarts verlijert. Maar ik geeft het al aan: stroomafwaarts. Ik heb dan dus geen breder vaarwater nodig maar een lánger vaarwater. Ik hoef er ‘enkel’ voor te zorgen dat ik tijdens het rondgaan benedenstrooms genoeg plek over heb. En dat bepaal ik vóór ik aan het draaien begin. Bij rond gaan op stroom gebruiken we de boegschroef trouwens vrijwel altijd. Maar dit blog gaat in principe niet over het varen en manoeuvreren op stromend water, daar komt nog wel wat meer bij kijken.

En gaat alles nog steeds niet helemaal zoals ik had voorzien, dan geef ik wat roer en/of vermogen bij of ik gebruik de boegschroef als dat kan en dwing daarmee de massa wat meer de goede kant op.


Eerste conclusie

Met andere woorden, ik maak gebruik van de massa van het schip en laat die voor me werken. Het is een kracht waar ik in alle gevallen mee te maken heb en dan is het veel makkelijker om die kracht te beheersen in plaats van er mee te moeten vechten.


Achteruit varen

We weten nu dat een schip, eenmaal een bepaalde richting uit geduwd, in die richting wil blijven varen tot een nieuwe kracht de massa ergens anders naartoe duwt of totdat de wrijving (ook een kracht trouwens) de massa zoveel afremt dat ze tot stilstand komt. Het klinkt allemaal erg theoretisch maar probeer het maar eens met een badeendje of een stukje hout of zoiets in een bak water. Duwen … even wachten … andere kant op duwen. Voilá. Als je op school bij de wiskundelessen over ‘vectoren’ hebt opgelet dan ben je al een heel eind.

Met andere woorden, als mijn schip (de massa…) eenmaal achteruit vaart dan blijft het achteruit varen, net zolang totdat er een nieuwe kracht op het schip (de massa…) inwerkt die de massa een andere kant op duwt.

Als ik achteruit ga varen kijk ik eerst of er achter me voldoende ruimte is, plus wat extra ruimte voor het geval dat de manoeuvre niet helemaal gaat zoals ik van plan was. Bij manoeuvreren is het heel belangrijk dat je wat ruimte inbouwt voor onvoorziene zaken, het gaat wel vaker niet helemaal zoals je vooraf hebt bedacht en dan is een beetje extra speelruimte erg prettig.

Nu houd ik mijn roer midscheeps en ik zet de schroef in de achteruitstand in zijn werk. Ik wil vooral nog geen extra kracht zetten. Het schip gaat nu langzaamaan achteruit varen.

Nu heb ik echter wél met de schroefwerking te maken, het wieleffect. Ik ga de theorie daarvan even niet bespreken maar het komt erop neer dat het schip tijdens het achteruitvaren met het achterschip (kont) naar stuurboord of naar bakboord wordt weggetrokken. Bij de meeste schepen wordt de kont naar bakboord weggezet, bij ons ook. Ik ga dus niet recht achteruit maar ik ga een beetje naar bakboord achteruit. Dat effect is er altijd en het werkt op open water altijd dezelfde kant uit. Dat is dan ook de reden dat ik in eerste instantie nog niet teveel kracht op de schroef zet, ik wil niet dat de kont meteen al weggezet wordt. Ook tijdens het verdere achteruitvaren zak ik als het even kan de schroef niet gebruiken terwijl ik achteruit vaar.

Hoe zorg ik er ‘normaal’ voor dat mijn achterschip een bepaalde kant op gaat? Door mijn roer wat opzij te draaien en de schroef vooruit te zetten. Je stuurt een schip altijd met het achterschip.

Ok, ik ga verder met achteruit varen. Het schip ging bij het achteruitvaren met de kont wat naar bakboord maar ik wil recht achteruit dus geef ik wat bakboordroer (het roer draai ik wat naar bakboord) en ik zet de schroef vooruit in zijn werk, net zolang tot het achterschip niet meer naar bakboord gaat. Nu haal ik de schroef meteen weer uit zijn werk en zet het roer weer midscheeps (ik vind het een slechte gewoonte om mijn roer zijwaarts te laten staan). Doordat de schroef uit zijn werk staat heb ik geen last van het schroefeffect. Met enkel het roer kun je de meeste schepen achteruit varend niet sturen, je hebt ook de werking van het schroefwater nodig dus je moet van tijd tot tijd corrigeren door even vooruit te draaien en het schip bij te sturen.

Zolang ik de massa van het schip maar genoeg snelheid (gang) achteruit geef blijft het schip achteruit varen, daarvoor hoeft de schroef niet steeds te draaien. Daarom probeer ik het corrigeren (door even vooruit te varen/sturen) zó voorzichtig te doen dat de massa nog steeds achteruit wil gaan, alleen in een iets andere richting.


Voorschip

Het voorschip moet bij het achteruit varen maar voor zichzelf zorgen!

Ja, hallo…. je wilt toch nergens tegenaan varen? Inderdaad. Dus moet ik ervoor zorgen dat tijdens het corrigeren van mijn uitbrekende achterschip het voorschip niet teveel een andere kant op gaat, dat mijn schip dus eigenlijk zoveel mogelijk recht blijft liggen. Als dat echt niet lukt moet ik het schip eerst weer helemaal stilleggen, weer naar het midden van het beschikbare vaarwater varen en dan pas opnieuw verder gaan met achteruit varen. In de praktijk gebeurt dat best veel, actie <> reactie, als je je achterschip een bepaalde kant op duwt gaat je voorschip immers de tegengestelde kant op. Achteruit varen kan lang duren en is nooit eenvoudig. Hoe voorzichtiger en subtieler ik omga met alle verschillende krachten hoe beter mijn schip achteruit blijft varen. Het loont om heel goed op te letten of de kop of de kont gaan uitbreken en om dan meteen in te grijpen, zodat je zo min mogelijk hoeft te corrigeren.

Hé, dat voorschip, dat kan je toch corrigeren met je boegschroef? BINGO. Voor het achteruit varen is een boegschroef heel erg geschikt. Je kunt er je voorschip mee sturen, onafhankelijk van je achterschip. Perfect!

De wind kan bij het achteruit varen een grote spelbreker zijn. De enige oplossing is dan om al achteruit sturend tegelijkertijd tegen de wind in te sturen.

Met die combinatie van roer/schroef & boegschroef kun je achteruit zelfs sturen, inparkeren, de bocht om, noem maar op. Wij hebben net als vrijwel alle binnenschepen een boegschroef die 360 graden rondom kan werken, dus niet enkel aan bakboord of aan stuurboord. Daardoor kan die bij ons als een soort buitenboordmotor werken en kunnen we er achteruit varend uitstekend mee sturen, hoewel we er met geladen schip meestal geen gebruik van maken. Zeker met geladen schip hebben we zoveel massa dat we die het meeste werk kunnen laten doen.

Tijdens het achteruitvaren corrigeer ik de kont dus met de motor en het roer, door even vooruit te varen en de kont weer recht te leggen. Met leeg schip corrigeer ik de kop met de boegschroef. Er zijn nog andere technieken maar dat gaat wat ver om die hier te bespreken.


Veel schroefwater

Als je veel schroefwater of motorgeweld gebruikt dan maak je het water ‘gek’ zoals wij dat noemen. Er ontstaan dan allemaal stromingen onder en naast je schip, eventueel water dat terugkomt van de wal of van de bodem, dingen waar je allemaal geen zicht op hebt. Alles gaat er niet sneller door, integendeel, je hebt je schip ineens veel minder onder controle dan je dacht.

Ze zeggen wel eens ‘gang is alles’ maar dat is alleen onder hele specifieke omstandigheden van toepassing. Bij manoeuvreren werkt het meestal niet. Rustig aan, alles met beleid, ik kijk liever eerst maar eens wat er allemaal gebeurt wanneer ik mijn schroef gebruik.


de Boegschroef

Een boegschroef werkt enkel bij zeer lage snelheden. Echt sturen met een boegschroef heeft over het algemeen geen enkele zin, je kunt er wel uitstekend even mee corrigeren en bijsturen. Een boegschroef is ideaal om even de kop bij- of af te duwen en zelfs dat afduwen is meestal niet echt nodig als je van je massa gebruik weet te maken. Een boegschroef is geen extra roer op het voorschip.


Ons eigen schip

Een vrachtschip kent grof gezegd twee ‘statussen’, het is geladen of het is leeg.

Met leeg schip hebben grote binnenvaartschepen geen achteruit en zijn ze heel erg gevoelig voor de wind. De massa is relatief klein, bij ons schip van 39.39m x 5.07m ca. 80 ton.

Een geladen binnenschip heeft juist veel massa, afhankelijk van de hoeveelheid tonnen die geladen zijn. Bij ons vaak iets meer dan ca. 300 ton lading + de massa van het eigen schip, alles bij elkaar grofweg ca. 400 ton. Dan gaat de massa een hele grote rol spelen. Maar omdat we veel dieper in het water liggen dan wanneer we leeg zijn hebben we nauwelijks last van de wind, zijn erg koersvast en heeft de schroef veel water om zich heen dus hebben we een uitstekende achteruit. Maar ook veel meer last van de schroefwerking, het wieleffect. Per schroef omwenteling verplaatsen we veel water én we liggen vaak diep in het water, bv een kanaal, en krijgen dan veel water ‘terug’ van de bodem en de zijkanten van de waterweg. Zodra wij geladen achteruit gaan slaan verlijert het schip heel erg, zo erg dat we bijvoorbeeld voor bruggen niet of nauwelijks fatsoenlijk kunnen stoppen, dan komen we dwars in het vaarwater te liggen. We kunnen dan enkel langzaam richting brug drijven en hopen op een goede samenwerking met de brugbediening.

Kleine schepen zijn in dit verband nog het beste te vergelijken met een leeg binnenschip. Gelukkig hebben kleine schepen wél een goede achteruit maar ze zijn ook redelijk gevoelig voor de wind. Veel meer is er in algemene zin niet echt over te zeggen, ze verschillen zo sterk onderling dar er niet zo makkelijk algemene kenmerken zijn aan te wijzen. Maar ook met een klein schip kun je uistekend van de massa gebruik maken bij het varen en manoeuvreren.

Wij gebruiken onze boegschroef (wij noemen dat onze kopschroef) altijd wanneer we met leeg schip manoeuvreren. Ook wanneer we die niet direct nodig denken te hebben. bedenk wel dat ons soort boegschroef wordt aangedreven door een gewone scheepsmotor die we voor gebruik moeten starten. Er zit geen keerkoppeling op of zo dus zodra de motor loopt geeft de kopschroef kracht en daar moet je wel even aan wennen. Je moet er van tevoren over nadenken in welke stand je de kopschroef gaat zetten tijdens het manoeuvreren, wij beginnen meestal met ‘kracht achteruit’ zodat het schip wat wordt afgeremd. Onze kopschroef kan 360 graden rond werken dus daar moet je hel bewust mee omgaan.

Met geladen schip gebruiken we de kopschroef veel minder. Ons model zuigt het water aan van onder het vlak en omdat we vaak diep liggen zuigt de kopschroef dan ook veel rotzooi van de bodem op en daar kan ze van beschadigen. Daarom zullen we geladen achteruit varend, zoals in het filmpje, de kopschroef meestal niet gebruiken.

Een boegschroef op een groot schip werkt dus heel anders dan de modellen die op de meeste kleine schepen (en zeeschepen) worden gebruikt. Niet enkel naar stuurboord of bakboord, met aanzuiging en kracht in het horizontale vlak maar naar keuze kracht ergens op de boog van 360 graden, volledig rondom dus. Met aanzuiging en kracht onder het schip. Een stuk ingewikkelder in gebruik maar als je ermee om kunt gaan heb je wel erg veel mogelijkheden, we kunnen bijvoorbeeld een beetje afstoppen én tegelijkertijd de kop een beetje naar de kant toe duwen door de kopschroef op 45 graden te zetten, een beetje vooruit en een beetje opzij. Maar zodra de kopschroefmotor gestart is levert ze kracht en het is slecht voor de motor om die steeds even kort aan te zetten, dus tijdens manoeuvres staat ze de hele tijd aan, is actief.

Omdat wij niet iedere keer evenveel lading laden én die lading niet altijd helemaal gelijkmatig over het ruim kan worden verdeeld verschilt het draaipunt van het schip ook steeds, het is eigenlijk iedere keer anders. We weten wel ongeveer waar het schip zal gaan draaien maar het is vooral een kwestie van observeren en aanpassen. Zoals bij alle manoeuvres eigenlijk. Het is dus verstandig om wat extra ruimte over te laten bij je manoeuvres, de kans dat dingen net even anders gaan dan je vooraf had bedacht is erg groot.

Hand- en spanwerk en pikhaken en zo

We zien het vooral in sluizen en op youtube filmpjes: Kleine schepen die niet helemaal goed uitkomen en iedereen begint dan met handen en voeten af te duwen en tegen te houden. vaak ook nog met een pikhaak.

Iedereen moet vooral doen wat ‘ie niet laten kan, maar realiseer je wel dat je grote risico’s loopt zodra je handen of voeten buitenboord steekt. We hebben dat regelmatig mis zien gaan zodat we eerste hulp moesten verlenen, hulpdiensten moesten bellen, noem maar op.

Maar voor mij is al dat geduw en getrek vooral een bewijs van onvermogen van de schipper. Blijf rustig, laat je schip het werk doen, niet je bemanning. Op een groot schip zal niemand ooit een hand of been uitsteken, dat is het eerste dat een nieuw bemanningslid leert. het is veel te gevaarlijk. En ja, ik heb er zelf ook wel eens een arm door gebroken, toch eigenwijs geweest. En we gingen toen zó zachtjes, wat kon er nou mis gaan….

Leer goed varen, gebruik je massa, gebruik je schroefwerking en vooral, begin rustig, ga langzaam, dan heb je alle tijd en ruimte om je schip zélf stil te leggen. En gaat het dan nog niet helemaal goed, houd er dan een stootwil of een fender tussen, Vooral geen handen en voeten. Dat moet je je bemanning echt afleren, ze moeten nog jaren mee in het leven, liefst gezond en wel.


Samenvatting

Wanneer je de massa van een schip gebruikt in plaats van de schroef heb je geen last van het ‘wieleffect’ (schroefwerking noemen wij het). Dat ‘wieleffect’ treed immers enkel op wanneer de schroef daadwerkelijk aan het werk is.

Probeer het schip door middel van de schroef een zekere gang achteruit te geven. De massa is nu in beweging, de schroef kan uit het werk, doet niet meer mee. Het schip ‘drijft’ achteruit. Om te zorgen dat het schip de goede kant op ‘drijft’ stuur je een beetje bij door de schroef in de vooruit te zetten en met het roer het schip weer op de juiste koers te brengen. Gebruik hierbij zo min mogelijk kracht want je wilt dat het schip nog steeds achteruit gaat, de massa moet nog steeds achteruit willen. Je kunt van tijd tot tijd heel even de schroef achteruit zetten om weer wat gang op te bouwen, je geeft de massa dan een extra duwtje achteruit. Blijf voorzichtig corrigeren door soms de schroef vooruit te zetten en met het roer het schip weer recht te leggen, of in de richting waar je heen wilt.

Hoofdzaak is dat je de schroef niet constant aan het werk zet maar enkel soms gebruikt om wat extra gang te geven of wat bij te sturen. Op die manier heb je ook minimaal last van de schroefwerking / wieleffect.

Heb je een boegschroef dan kun je ook met de boegschroef je vaarrichting corrigeren zodat je meer gang achteruit houd.


Hope is waiting for someone else to do something

Roeland6 Comments